De wereld heeft geen helden meer nodig

De wereld heeft geen helden meer nodig

22 oktober 2020 Artikelen 0
Afbeelding bij artikel: De wereld heeft geen helden meer nodig
Delen via:

De wereld heeft geen helden meer nodig – Star Wars, The Last Jedi

Na het verschijnen van The Last Jedi in 2017 ontspon zich een discussie over het vermeend feminisme van de film. Een vrouwelijke lead – Rey – de ‘opvolgster’ van Luke Skywalker, de immer belangrijke prinses Leia, Admiraal Holdo: Allemaal toonbeeld van kracht, integriteit en leiderschap. Voor sommigen was dit een reden tot vreugde, bij anderen leidde het tot ergernis. Een fan ging zelfs zo ver om de film te ‘corrigeren’ door de scenes met de vrouwen eruit te knippen – het resultaat was even potsierlijk als hilarisch.

Ik keek met een iets andere blik naar de film. Star Wars is in mijn ogen altijd een saga over de babyboomers geweest, en The Last Jedi is daarop geen uitzondering. Het begin van de cyclus, in de late jaren ’70, beeldde zowaar alle natte dromen van de babyboomer-generatie uit. De verschoppelingen worden de rebellen, ontdekken hun ware zelf en groeien in de rol van de nobele redder van de wereld. De kleintjes verslaan de groten, de buitenbeentjes winnen van het systeem. Ze brengen een kwaadaardig regime ten val. In hun verbeelding, konden de boomers zich de grootste heldendaad van hun ouders toe-eigenen: Het einde maken aan het fascisme.

Ze zijn een heel stuk ouder geworden, de babyboomers. Hun erfenis is twijfelachtig. De wereld is er niet beter op geworden, hun overwinning bleek betrekkelijk. Maar het meest opvallende van The Last Jedi is dat er geen plek meer is voor de rol die de boomers zo graag vervulden, de rol van de avonturier-redder. De avonturiers krijgen keer op keer een oorvijg. Ze zijn gevaarlijk, ordeverstoorders, niet sympathiek. Hun durf staat voor een mentaliteit die meer brokken maakt dan dat het iets goeds doet. Hun plannen lukken niet langer. Elke onbezonnenheid wordt hard afgestraft. Geen wonder dat Han Solo dood is. Dit is niet zijn wereld. Keer op keer dingen spectaculair verprutsen om uiteindelijk op een even zo spectaculaire manier de boel toch te redden – dat gaat niet meer.

De fouten die de rebellen maken in The Last Jedi, in hun overmoedige aanvalsplan, komen hen duur te staan. Ze worden gedecimeerd, hun vloot vernietigd. Twee vrouwen redden wat er te redden valt, niet door een miraculeuze ontsnapping, maar juist door een bescheiden plan. Holdo neemt de leiding van de gehavende vloot over en evacueert. Leia drukt een opstand tegen deze beslissing onder. Er is hier geen plaats voor onbezonnen acties. De jonge generatie spiegelt deze boodschap later in de film, wanneer één van de rebellen, Finn, wordt gehinderd door Rose om zijn plan, dat op zelfmoord zou uitdraaien, uit te voeren. ‘We vechten niet tegen wat we haten, maar beschermen wat wij liefhebben’, zegt Rose. Natuurlijk kun je in deze scènes vrouwen zien die de mannen redden van hun gekkigheid, maar dit lijkt me niet de enige ideologische boodschap hier. Dit is niet zozeer de symbolische castratie van de mannelijke held, maar vooral een symbolische afrekening met een boomer-droom. Hier spreekt een algehele teleurstelling in het idee dat je kunt winnen against all odds. De kleintjes winnen niet langer van de groten. Er is een andere strategie nodig. De wereld heeft geen helden meer nodig, maar leiders. Dit is een heel disciplinerende film.

In die wereld lijkt ook geen plaats te zijn voor morele ambiguïteit. In Star Wars waren altijd twijfelachtige karakters te vinden, schuinsmarcheerders, schavuiten, opportunisten, profiteurs, maar sommigen wisten zich uiteindelijk tot de goede zaak te bekeren. Zo niet in The Last Jedi. Om een code te kraken, schakelen de rebellen de hulp in van de hacker DJ, die later om zijn eigen huid te redden het plan van de rebellen verklapt aan de vijand. Hij gelooft simpelweg niet dat er een goede zaak is, die de moeite waard is om ervoor te vechten. De stiekeme idealisten hebben plaats gemaakt voor de openlijke cynici. Het publiek kan DJ lekker gaan haten om zijn verraad, maar in een zekere zin heeft hij gelijk: De goede zaak spreekt niet langer tot verbeelding door de kracht van idealen en heroïsche daden. Het is meer een zaak van karakter geworden, het vermogen tot empathie en compassie. De rebellen zijn geen revolutionairen meer, die de wereld willen veranderen.

De enige revolutionair in de film – de ‘laatste’ revolutionair wellicht – is Kylo Ren, de getormenteerde zoon van Han en Leia, op weg om de volgende Darth Vader te worden (of misschien toch niet). Hij wil met het oude afrekenen, het verleden achter zich laten. En zie: dat is wat hem zo gefnuikt, en zo monsterachtig maakt. Hij is het beeld van de onmacht van deze tijd. Zijn ambitie lijkt voort te komen uit een diepgeworteld gevoel nergens bij te horen, en zelfs wanneer hij de Dark Side omarmt, twijfelt hij. Hij is eerder destructief dan een échte schurk, verdwaald in een wereld zonder vaste morele oriëntatiepunten. Het verleden, of, ja, de babyboomers, werpen een te lange schaduw op zijn pad, en het lukt hem niet goed om met die schaduw af te rekenen. Het lukt hem maar niet om iemand te worden, die hij wil zijn. Is dat niet hoe menig millennial zich moet voelen?

En terwijl zo het laatste sprankje revolutionair élan zich oplost in zelfdestructie, staat de weifelende Kylo Ren in scherp contrast met de standvastige Rey. Er valt niets op Rey aan te merken. Zo veel vastberadenheid, en zo veel empathie, en zo onbevooroordeeld. Zij is kwetsbaar, maar in haar kwetsbaarheid toch weerbaar, want ze zal zich door haar eigen tranendal doorbijten, no matter what. Zij lijdt, want ze kan lijden, zonder echt te wankelen. Misschien is het enige echte verschil tussen haar en Kylo Ren dat zij die fucked-up wereld aan kan. Hij niet. Maar als zij de rol van de morele gids moet vervullen, dan willen we als publiek ook weten waarom zij daartoe in staat is, behalve door haar eigen morele perfectie. En het is opvallend dat Rey het allemaal vooral uit zichzelf moet halen. Er is in The Last Jedi niemand die de rol van de leraar op zich neemt, terwijl dat in de eerdere Star Wars toch een groot thema was; er zijn zo veel verhaallijnen over de Jedi-leerlingen en hun leermeesters – Yoda, Qui-Gon, Obi-Wan. Rey gaat wel naar Luke Skywalker, die in zelfgekozen verbanning op zijn eiland woont, maar hij deinst terug voor die rol. Heeft die oude garde dan niets van betekenis om aan hun kinderen door te geven? Daar lijkt het wel op. Rey, net als Kylo Ren, is een protagonist van een verweesde generatie.

De dieren hebben in The Last Jedi meer morele lessen te geven dan de mensen, zo lijkt het. De geitpaarden die door de rijken, de 1%, als rendieren worden gehouden, misbruikt en geëxploiteerd, redden Rose en Finn wanner Rose ze bevrijdt. De tamagochi-pinguins zijn even irritant als schattig, maar weten uiteindelijk ieder hart te doen smelten (zelfs het hart van Chewbacca); ze zijn in ieder geval te schattig om op te eten. En de kristalvosjes hebben een bijna messianistische rol, ze wijzen de rebellen de weg uit de grotten waarin zij zich hebben verschanst en worden belegerd, de weg naar de ontsnapping uit een zekere dood en vrijheid. De natuur dient als gids en als een bron van wijsheid, zij geeft het richtsnoer voor het handelen, iets wat de oude Jedi-leer kennelijk niet langer bij machte is om te doen. In de film wordt dit gesymboliseerd in de scene waarin Yoda de bibliotheek met de Jedi teksten vernietigt. Dit wordt gepresenteerd als de laatste les van de oude meester, in de zin dat de essentie van de leer niet in die oude stoffige boeken te vinden is. Maar je kunt hier ook een boodschap met een bredere strekking ontwarren: De canonische wijsheid biedt geen antwoorden meer op de problemen van deze tijd. Zij wordt hier ten grave gedragen. Wat rest is om onszelf opnieuw uit te vinden. Of deze boodschap bevrijdend is, of uiterst deprimerend, moet iedereen voor zichzelf uitmaken.