Haal je de mannen uit Cannes…

Haal je de mannen uit Cannes…

31 mei 2022 Blog 0
Afbeelding bij blog
Delen via:

dan… zou dat enorm verfrissend zijn…

Gerlinda Heywegen over haar zeer persoonlijke Cannes sensatie (2022)

Mijn week in Cannes, tijdens het filmfestival, was voor mij een enorm feministische ervaring. Dankzij twee films in het bijzonder, juist ook dankzij al die mannen in al die (mannen)films en omdat ik tussen alle films door werkte aan She Room, een programma wat ik op 16 juni presenteer tijdens Winternachten in Paard, Den Haag.

Ik zag Boy from Heaven, een Egyptische film van de Zweedse filmmaker Tarik Saleh. “Egypt’s religious and secular institutions both breed mistrust in Tarik Saleh’s superbly realised paranoid nightmare”, aldus The Guardian.  De film hanteert de formule van de spionage thriller en verschilt in die zin weinig van films als Tinker, Tailor, Soldier, Spy; The Guardian refereerde ook aan John le Carré. Maar dit is een Egyptische film, een film ook over de islam en daarmee wordt hij meteen geschikter voor het festival waar hij draaide in de (grote) competitie. De dagen ervoor had ik Harka gezien (Tunesië), Les Harkis (Algerije) en had mijn buik al vol van al die mannen, mannen overal, die vechten, elkaar bestrijden, en in het geval van Boy from Heaven elkaar van hun eigen gelijk proberen te overtuigen. Zoveel mannen, aan het bidden, in de straten, ik zag werkelijk amper een vrouw en als ik haar zag dan was ze figurant. Ze schonk misschien thee of maakte iets schoon. Begrijp me goed: dit stukje tekst gaat niet over de islam en godsdienst en is daar geen kritiek op. Dit gaat over de filmmakers die ervoor kiezen verhalen te vertellen over strijd en denken dat de strijd die mannen voeren in de wereld een universele is. Een strijd die vrouwen uitsluit en ze tegelijk voortdurend tot slachtoffer maakt.

Op de rode loper tijdens het festival werd er twee keer door vrouwen gedemonstreerd tegen het geweld wat vrouwen wordt aangedaan, speciaal ook tijdens oorlog maar natuurlijk ook in het algemeen. De NOS website legde femicide uit als ‘moord op vrouwen omdat ze vrouw zijn’. Ik vond dat een schokkende uitleg. Het stond er zo vreemd. Alsof je dat woord moet uitleggen. Kennelijk wel.

Ik vond Boy from Heaven niet zo goed. Als thriller vond ik hem absoluut on-spannend maar werd vooral doodmoe van al die mannen in beeld. Er kwam een recalcitrante gedachte in me op tijdens het kijken. Mannen, hun strijd, hun lust tot wie de sterkste is, oorlogen, die andere twee films nog in mijn hoofd (Harka en Les harkis), je zou het ook als feministische protest kunnen beschouwen. Dit is wat er gebeurt als je de helft van de wereld buitensluit, uitsluit. Dan wordt het een zootje, moord en doodslag, de wereld waarin we vandaag leven.

Waar ik moedeloos van en toch rustig onder bleef, was de gedachte dat het in deze mannen niet opkomt om misschien andere verhalen te vertellen. Of verhalen op een andere manier tot leven te wekken. Verhalen die niet uitsluiten, die niet over strijd gaan, verhalen waarin vrouwen ook een plek hebben.

In Cannes schreef ik mijn programma She Room en was er meer op gefocust dan ooit. Ik vertel erin over films die mij buiten sluiten, waarmee ik daarom weinig kan hebben. Boy from Heaven sluit me niet uit omdat het mijn religie niet is maar omdat de regisseur heeft besloten enkel voor mannen te kiezen. Dat had ook anders gekund. Hij doet het niet.

Ik zag nog steeds weinig “gekleurde” films. Weinig films van vrouwen. Cannes heeft de mond vol over van alles en nog wat qua diversiteit, duurzaamheid en inclusiviteit maar het is vooral nog steeds zo conservatief als wat.

Ik was bij de voorstelling van Riposte féministe, een interessante documentaire over veelal jonge feministen in Frankrijk die door het hele land demonstreren door bijvoorbeeld teksten op muren en gebouwen te plakken die misogynie aan de kaak stellen. Thierry Fremeaux, de baas van Cannes, introduceerde die voorstelling zoals hij zo goed als alle voorstellingen opent en stond er patriarchaal, dominant de boel aan te kondigen. Ik zeg niet dat hij het niet had mogen doen maar die houding, al verstond ik niet alle tekst, die was zo evident. De vrouwen uit de film waren aanwezig in de zaal en ze hadden hem wat mij betreft meteen mogen onderbreken. Maar ze waren uiteindelijk toch braaf of wellicht overdonderd of misschien gewoon beleefd.

Het contrast tussen deze film, ergens weggemoffeld buiten competities om en weinig zichtbaar voor de festivalbezoekers, en al die mannenfilms, het was zo groot en ik voelde me alleen maar gesterkt in het programma wat ik aan het maken ben.

Ik ben weleens bang geweest dat men mij een zure feminist vindt, ‘daar heb je haar weer’ of een betweter en feit is dat het me al eens verweten is. Ik heb kennelijk last van “tunnelvisie”. Mannen vertellen mij dat een bepaalde discussie niet belangrijk is.

Ik heb weleens gehoord dat ik nu doe waar ik tegen ageer, dat ik nu vertel hoe het zit. In mijn werk doe ik dat juist niet. Ik probeer aan te stippen, soms persoonlijk te zijn maar leg niet uit. Ik vertik het, ook omdat ik het nooit gekund heb. Van mijn “zwakte” heb ik mijn kracht kunnen maken. Althans, ik noem het zelf maar zo, iemand moet het doen.

Ik denk vooral dat iedereen -ik natuurlijk ook- vooral met zichzelf bezig is. Elkaar even de maat neemt en dan hups weer verder met zijn of haar eigen gelijk.

Toch, dit soort disclaimerige gedrag is typisch iets voor vrouwen, zeker voor mij. Uiteindelijk wil ik niemand kwetsen en tegelijk een grote mond hebben, wil ik het helemaal goed zeggen en niet gecorrigeerd worden want god knows, dat gebeurt.

Door daarom met wat goed is en een beetje minder goed…

Ik zag Corsage, over Keizerin Elisabeth en ik vond hem briljant. In alles probeert “Sissi” zich uit het keurslijf, waar zelfs de drie delen met Romy Schneider al van spraken, te wringen. Hij is waanzinnig mooi gedraaid, er zit lucht in vanwege moderne dingen in de sets die helemaal niet kunnen (een tractor bijvoorbeeld, tatoeages zoals ze nu gemaakt worden, sieraden gedragen zoals dat nu gebeurt etc.). Iemand merkte op dat het leuk was dat ze zo’n hartverscheurende bitch was. Een man uiteraard. Ik zag geen bitch. Ik zag een vrouw in een gouden kooi, ik zag een spectaculaire film over een vrouw die het genoeg vindt. Ik twijfel nog over het einde en ik weet zeker dat ik daar over tien jaar nog over pieker. Maar dat is okee.

In R.M.N. van Cristi Mungiu trouwens was het ook bal. Een man, beer van een kerel, mept in de eerste vijf minuten iemand halfdood en slaat vervolgens, terug in zijn dorp van vroeger, rustig door, hij is ook een viezerik en hij is de “held” van de film. En soms is hij niet zo slecht. Maar het gevaar kleeft aan hem en je weet dat de vrouwen om wie hij “geeft” er het slachtoffer van zullen worden. Van Mungiu denk ik echt dat hij mannelijke giftigheid wilde laten zien maar een volgende keer zou het fijn zijn als het perspectief dan ook verlegd zou worden. Weg met dat soort kerels in de hoofdrol. Klaar er nu mee. Ik meen het.

Tot slot een anekdote: 15 jaar geleden was ik eens bij een persconferentie van een Russische film en de eerste journalist stelde zijn vraag. Die duurde (ik heb hem getimed) vijf minuten. Dat is lang voor een meeting van 30 minuten. Hij had een zwarte coltrui aan, vertelde eerst iets over zichzelf want hij zag parallellen met de Zweedse actrice; deze journalist kwam ook uit Zweden. Zijn vraag werd “zoekend” gesteld, hij zocht naar interpretaties en drukte de zijne maar alvast op de film. De reactie van regisseur was, na die vijf tergende minuten: nee. Nee, zo was het niet, zoals de kwast uit Zweden had verzonnen. Ik weet zeker dat hij het in zijn stukje toch heeft opgeschreven zoals hij had verzonnen. Het ging tenslotte over hem. Zoveel van dat soort types lopen er op het festival. Moeten we er allemaal zijn? Ja, eigenlijk ook wel. Anders stort het hele kaartenhuis in. Iedere aanwezige heeft zijn eigen kleine biotoop, toeschouwers, Umfelt. Het is niet nodig dat ik er was, echt niet. En het geldt voor zoveel mensen. Maar zouden we dat allemaal inzien en ons ernaar gedragen, dan is in een klap alles over. Dan zijn er te weinig inkomsten om dat circus draaiende te houden, dan is er geen podium meer voor al die films…

En schrijvende denk ik: zou dat nou zo erg zijn? Als we nu eens back to basics zouden gaan? Alleen de films, niet het rondreizende theater? Misschien veranderen dan de films, worden ze inclusiever, werkelijk diverser. Als het circus, het mannentheater, verdwijnt.

Acht, wat lèg ik toch te dromuh……..