Joker en de ‘clown world’ van alt-right

Joker en de ‘clown world’ van alt-right

18 december 2020 Artikelen 0
Delen via:

Batman-fans keken er lang naar uit: een film over de meest krankzinnige en gefnuikte superschurk aller tijden: Joker. Zijn grijns kan je bloed bevriezen; hij is niet zomaar een moordenaar, maar een over-de-top theatrale vernietiger, de ultieme nemesis van de nobele redder van Gotham. Zoals dat wel vaker gaat in verhalen, wordt de held gemaakt door zijn schaduw, en Joker is zeker Batmans schaduw: hij heeft Batman in een zekere zin ‘gemaakt’, en hij dreigt zijn ondergang te worden. Jack Nicholson speelde hem als een frivole, Pop Art-achtige figuur in Tim Burtons Batman (1989), Heath Ledger zette hem neer als een duistere über-terrorist die een beetje onbeholpen is, behalve wanneer hij moordt, in Christopher Nolans The Dark Knight (2008). Zijn ultieme motieven lijken ondoorgrondelijk, want ‘hij wil slechts de wereld zien branden’, en geen enkel persoonlijk profijt. Vernietiging als spektakel en het hysterisch gelach – dat is Joker, in het kort. Zijn gedaantes plooien zich naar de tijdsgeest, maar hij is altijd het vleesgeworden nihilisme.

Joker in Trump-era

Todd Phillips vertelt in Joker (2019) de ontstaansgeschiedenis van deze superschurk, en de film biedt een bijzondere kijk op onze tijdsgeest. Het verhaal volgt een zekere Arthur Fleck, een mislukkeling, een social outcast. Fleck speelt clown in kinderziekenhuizen, probeert tevergeefs als stand-up comedian door te breken, woont in een arme wijk, bij zijn moeder, en heeft last van ongecontroleerde lachbuien. Arthur is een man die veel tegenslag krijgt en geen tegenslag kan verwerken. Zijn onvermogen vermengt zich met uitbarstingen van geweld – tot moord aan toe, als hij in de metro wordt aangevallen en in elkaar geslagen. Terwijl zo ongeveer alles in zijn leven misgaat, wordt in deze poel van vernedering en sociale vervreemding zijn alter-ego geboren: Joker is een feit. Joaquin Phoenix speelt Arthur als een trieste, ongemakkelijke – en uitgemergelde – man, die langzaam over het randje wordt geduwd. Na zijn verschijnen veroorzaakte de film meteen controverse. Door Joker af te schilderen als een slachtoffer, zou de film sympathie opwekken voor zijn gewelddadige kant. Velen vreesden dat de film daadwerkelijk tot geweld zou leiden: Joker werd gezien als een hedendaagse opstandeling tegen de ‘establishment’ en werd vooral omarmd in de alt-right kringen. In de film weet Joker ook de sympathie van de massa te winnen en wordt letterlijk op handen gedragen. In vele opzichten is Joker een film over de Trump-era geworden. Niet voor niets zei de filmmaker Michael Moore dat Joker een film is over ‘het Amerika dat ons Trump heeft gegeven’.

Kletskoek

Toch valt te betwijfelen of deze film zijn appeal te danken heeft aan het inzicht dat het biedt in het ontstaan van Joker – en daarmee in de mogelijke bronnen van hedendaagse maatschappelijke en politieke onvrede. Sloveense filosoof Slavoj Žižek stelt dat schurken in verhalen eigenlijk nooit goed te verklaren zijn door hun persoonlijke geschiedenis. Natuurlijk zijn er altijd bepaalde oorzaken aan te wijzen, maar ze schieten ook altijd tekort – niet iedereen die wordt mishandeld wordt immers een massamoordenaar. Bovendien is inzicht in de ontwikkeling van een superschurk vaak heel onbevredigend, denk bijvoorbeeld aan al die vervolgen op The Silence of the Lambs waarin de traumatische jeugd van Hannibal Lecter breed werd uitgemeten – de films werden er niet beter op. Žižek vindt het juist heel goed getroffen dat de Joker uit The Dark Knight telkens kletskoek vertelt over zijn jeugd – elke keer een ander verhaal – en concludeert: het heeft geen zin om de ‘echte’ persoon achter Joker te zoeken, hij is Joker, hij is zijn masker.

Hoopvol?

Dit deed me denken aan de legendarische scene uit Kill Bill, waarin Bill uitlegt waarom Superman zijn favoriete superheld is: terwijl Batman eigenlijk Bruce Wayne is, en slechts Batman speelt als hij zijn pakje aantrekt, is Superman écht Superman, zijn cape is zijn dekentje waarin hij als baby was gewikkeld toen hij werd gevonden – hij speelt slechts Clark Kent. Zo speelt Joker niet slechts Joker, maar wordt Joker. Misschien verklaart dit een zekere superioriteit die hij heeft ten opzichte van Batman. Want Bruce Wayne twijfelt regelmatig over zijn bestaan als Batman, hij wil er soms afstand van doen, hij lijdt eronder, want hij kan het echte leven niet leiden. Hij kan, kortom, niet helemaal Batman worden. Die verscheurdheid maakt Batman tragisch. Joker heeft zijn bestaan als Joker wel helemaal omarmd, en dat maakt hem ‘echt’, in tegenstelling tot zijn persoonlijke geschiedenis, die hij dan eigenlijk achter zich heeft gelaten. Het tragische wordt komisch. Daarom zegt Žižek dat Joker in een zekere zin een ‘hoopvol’ karakter is, hoe wrang dat ook moge klinken.
Als Zizek gelijk heeft, dan is er toch iets heel merkwaardigs aan de hand met Phillips verfilming, want die maakt Joker niet geloofwaardig omdat we hier de mens achter de schurk leren kennen, maar juist ondanks dit. De critici die vonden dat dat psychologische en sociale portret eigenlijk een beetje dunnetjes uitgewerkt is, een beetje schematisch, hebben het dan bij het verkeerde eind. Het verhaal achter Joker heeft een heel ander doel: niet om Joker menselijker en begrijpelijker te maken, maar om aan het einde overbodig te worden. Dat klinkt heel gek, maar eigenlijk is Joker wel op deze manier door het publiek omarmd: als een protestsymbool, niet als de lijdende Arthur Fleck, maar als een abstract icoon, een meme zonder specifieke geschiedenis.  

Clown World

Al gauw werd het op online fora populair om de emoticon met het clownsgezicht te gebruiken, vooral in combinatie met de wereldbol. De twee betekenen samen: ‘clown world’. De trap in de Bronx waar Joker zijn dansje doet nadat hij zijn ‘inner villain’ heeft ontdekt en losgelaten, werd een soort bedevaartsoord. Vanaf de vroege ochtend kwam er een stroom toeristen op gang die allemaal een selfie op die trap wilden maken. Het is op zich een mooie trap, maar hij is zeker niet uniek, er zijn tientallen vergelijkbare plekken in de noordelijke stukken van New York. Toch werd deze in een mum van tijd een van de meest instagrammable locaties van de wereld. En als die toeristen nou allemaal zeiden dat ze zo’n fan van Batman zijn, of zo verliefd op Joaquin Phoenix, dan zou die rage nog begrijpelijk zijn. Maar velen van hen vertelden de journalisten dat ze de film niet eens hebben gezien. Het beeld van de dansende Joker op die trappen werd een populaire meme en is een eigen leven gaan leiden. De toeristen kwamen niet de film eren, maar wilden de meme in het echt nadoen. De kracht van Phillips’ film is, ironisch genoeg, dat hij zichzelf overbodig heeft gemaakt en zo pas echt iconisch is geworden.

Extreem-rechts

Maar dat verklaart nog niet waarom mensen Joker zo’n aantrekkelijk figuur vinden. Wat is zijn appeal? – hij is gewelddadig, moordzuchtig, krankzinnig. Dromen al die mensen er stiekem van om de wereld te zien branden? Zulke zorgen zijn begrijpelijk wanneer Joker in extreem-rechtse kringen opduikt, zoals op de websites van de Daily Stormer en Occidental Dissent – beide sites hebben stills uit de film als banners gebruikt. Maar draait het in bredere kringen dan nog steeds om verheerlijking van geweld? Dat is toch moeilijk te geloven. Voor wie het is vergeten: Fight Club had (of heeft) ook een aanzienlijke schare fans, en ze waren toch niet écht van plan om steden op te blazen. De fans deelden eerder de vermoeidheid met een bepaalde soort bullshit en ijdel zelfvertoon, en vonden troost in de boodschap you are not a beautiful snowflake. Ook Fight Club appelleerde aan een soort ‘echtheid’. 

Woede

Het is denkbaar dat zijn fans Joker omarmden omdat hij een ‘illusie’ van zich heeft afgeschud, namelijk het idee dat hij ooit een deel van de maatschappij zou kunnen zijn. De hele wereld, en alles dat je ooit verteld is over de wereld, is één grote grap – dat is in een notendop de boodschap van Joker, en deze boodschap vindt zeker weerklank in alt-right kringen. Het fenomeen alt-right heeft het voor vele mensen mogelijk gemaakt een zekere trots te ontlenen aan het feit dat ze een social reject zijn. Arthur Fleck schudt het gevoel van machteloosheid en frustratie over de wereld van zich af door Joker te worden, en dat spreekt aan. Maar ik denk dat het minstens zo belangrijk is dat Joker een uitweg biedt om de realiteit niet onder ogen te hoeven zien. Zo identificeert Arthur zich met de succesvolle talkshowpresentator Murray Franklin (Robert de Niro). Wanneer Franklin Arthurs optreden als stand-up comedian afbrandt en bespot, is hij ten diepste gekrenkt. Aan het einde van de film schiet hij -als Joker- Franklin door het hoofd tijdens een live tv-uitzending. Wat hier wordt vermeden, is dat Arthur een confrontatie aangaat met zijn eigen mediocriteit en gebrek aan talent. Daarnaast is Arthur aan het daten met de buurvrouw – althans, hij denkt dat ze aan het daten zijn, want later in de film blijkt dat hij haar eigenlijk aan het stalken is, en zij bang is voor hem. Ook hier is er nergens een punt waar Arthur dit beseft, en Joker evenmin. Beide verhaallijnen zijn relevant, omdat ze resoneren met breed gevoelde frustraties onder alt-right. Aan de ene kant is er een fascinatie met de celebrity-cultuur die omslaat in haat omdat die celebrities als door en door nep worden gezien.  Aan de andere kant is er enorm veel frustratie met vrouwen, of ja, vooral met geen vrouw kunnen krijgen, onder de zogenaamde incels, ‘involuntary celibats’. Ook dit slaat om in virulente haat, of in een geresigneerde houding, type ‘dan maar niet’. Dat laatste wordt zichtbaar in antifeministische bewegingen zoals MGTOW – Men Going Their Own Way – mannen die hebben besloten zich helemaal van vrouwen te distantiëren, omdat ze geloven dat de wereld verpest is door het feminisme. De strategie om met die frustraties om te gaan is hetzelfde als bij Joker: beter in woede ontbranden dan zichzelf in de spiegel te hoeven kijken. De boodschap van Joker is daarom eigenlijk omgekeerd aan die van The Fight Club. You are not a beautiful snowflake ambieert nog steeds een soort reality check, hoe surrealistisch het ook in de film wordt uitgespeeld. Joker biedt een alternatief: je kan toch blijven vasthouden aan het idee dat je een mooi sneeuwvlokje bent. Er is niets mis met jou. De wereld is één grote grap, dat is wat er mis is. Die boodschap is niet zozeer ‘hoopvol’, maar vooral sussend. Je hoeft helemaal niets aan jezelf te veranderen.

Aan het einde van de film is Joker opgesloten in Arkham Asylum – een psychiatrisch ziekenhuis. Hij grinnikt, en de psychiater vraagt waarom hij lacht. ‘Je zou de grap toch niet begrijpen’, antwoord hij, en even later zien we hem in de gang met een spoor bloederige voetafdrukken, terwijl de verplegers hem achtervolgen. De verontrustende vraag die blijft hangen na het kijken van de film, en het cultuurfenomeen dat de film heeft ontketend, is of wij, inderdaad, écht in staat zijn om de grap te begrijpen.

Ivana Ivkovic is filosoof en groot filmliefhebber en geeft regelmatig lezingen voor Koning Film